In Nederland geldt een verbod op zwaar vuurwerk. Niet iedereen laat zich hierdoor weerhouden om (zwaar) vuurwerk af te steken of om zelf te knutselen met vuurwerk. Met alle gevolgen van dien. Want wat als je werknemer gewond raakt en niet meer werken kan? Wie betaalt de rekening? In dit blog vertellen we je meer.
Onze zaak voor de rechter
Elk jaar belanden er talloze mensen op de Spoedeisende Hulp door ongelukken met vuurwerk. Dat er zeer ernstig letsel kan ontstaan bleek wel uit een zaak waarbij wij een werkgever bijstonden wiens werknemer – een pannenlegger – arbeidsongeschikt was geraakt door vuurwerk. Een zaak die in de media breed is uitgemeten.
In dit geval had de werknemer rond de jaarwisseling thuis in zijn schuur geknutseld met vuurwerk. Tijdens het knutselen met vuurwerk is er een explosie geweest, waarbij de werknemer ernstig gewond is geraakt aan zijn hand. Hierdoor kon hij zijn werk als pannenlegger lange tijd – en mogelijk helemaal niet meer – uitvoeren. Onze cliënt wilde niet opdraaien voor de kosten van zijn arbeidsongeschiktheid. Hij stelde zich op het standpunt dat zijn werknemer op voorhand had kunnen weten dat knutselen met vuurwerk tot letsel en dus arbeidsongeschiktheid zou kunnen leiden. Het kwam tot een kort geding waarbij de rechter voornamelijk toetste of er sprake was van roekeloosheid en opzet.
Roekeloosheid en opzet
Als werkgever ben je verplicht om tijdens de eerste 104 weken van arbeidsongeschiktheid het loon van de werknemer door te betalen. Daar bestaat wel een uitzondering op, namelijk wanneer er sprake is van opzet. Dit is het geval wanneer een werknemer zichzelf opzettelijk ziek maakt of zichzelf opzettelijk letsel toebrengt. In de praktijk gebeurt dit bijna nooit en om deze reden is er niet snel sprake van opzet. Zelfs niet als een werknemer roekeloos is geweest door het uitoefenen van een gevaarlijke sport, het rijden onder invloed óf het knutselen met vuurwerk.
Concreet betekent dit dat je als werkgever in de meeste gevallen van roekeloosheid toch het loon van de werknemer moet doorbetalen omdat opzet niet snel is aangetoond. Toch bestaat er nog een andere term in het strafrecht, namelijk voorwaardelijke opzet. Dit betekent dat het bewust nemen van grote risico’s gelijk moet worden gesteld aan opzet.
Het oordeel van de rechter
Omdat er naar ons inziens wel degelijk sprake was van voorwaardelijke opzet adviseerden wij onze cliënt het loon stop te zetten. Helaas kregen we in kort geding niet helemaal gelijk. De rechter oordeelde namelijk dat de werknemer wel gedeeltelijk recht had op het doorbetalen van loon. In plaats van 100% moest de werkgever 70% van het loon doorbetalen. In arbeidsrechtland is een dergelijke uitspraak vrij uniek en moet we dit toch als een voorzichtige overwinning beschouwen.
Conclusie
In veruit de meeste gevallen moet je als werkgever toch – volledig dan wel gedeeltelijk – het loon doorbetalen. Er is namelijk niet snel sprake van opzet, ook al heeft je werknemer roekeloos gehandeld. Wij vinden dat werkgevers niet zouden moeten opdraaien voor roekeloze acties en hopen dat de wet op dit punt herzien wordt.
Contact
Heb je nog vragen over arbeidsongeschiktheid en het doorbetalen van loon? Neem gerust contact met ons op, wij helpen je graag verder. Anders wensen we je alvast fijne feestdagen en een fantastisch 2024!