Notice: Function _load_textdomain_just_in_time was called incorrectly. Translation loading for the rocket domain was triggered too early. This is usually an indicator for some code in the plugin or theme running too early. Translations should be loaded at the init action or later. Please see Debugging in WordPress for more information. (This message was added in version 6.7.0.) in /home/baasz/domains/baaszadvocaten.nl/public_html/wp-includes/functions.php on line 6114
Vakantiedagen: opbouwen, meenemen, uitbetalen en opnemen - Baasz Advocaten
Ga naar de inhoud

Vakantiedagen: opbouwen, meenemen, uitbetalen en opnemen

De zomer is weer bijna voorbij en veel werknemers en werkgevers zijn weer aan het werk na een welverdiende vakantie. Maar hoe zit het met werknemers die geen vakantie op hebben kunnen of willen nemen? Blijven deze niet-opgenomen vakantiedagen onbeperkt geldig? Of mag je een werknemer verplichten om deze vakantiedagen alsnog in hetzelfde jaar op te nemen of uit te laten betalen? En hoeveel vakantiedagen bouwt een werknemer eigenlijk per jaar op? In dit blog geven wij antwoord op deze vragen.

Opbouw van vakantiedagen
Om antwoord te geven op de vraag hoeveel vakantiedagen werknemers maximaal kunnen opbouwen, moet eerst onderscheid worden gemaakt tussen wettelijke en bovenwettelijke dagen. Zo heeft een werknemer op grond van de wet recht op minimaal vier keer de overeengekomen arbeidsduur per week. Wanneer een werknemer bijvoorbeeld fulltime (40 uur p/w) werkt, dan heeft de werknemer recht op twintig vakantiedagen. Dit zijn de wettelijke vakantiedagen. Daarnaast kan in de cao of arbeidsovereenkomst worden afgesproken dat een werknemer recht heeft op extra vakantiedagen. Tot slot kan worden afgesproken dat een werknemer het recht heeft om extra vakantiedagen te kopen. Al deze extra vakantiedagen worden bovenwettelijke vakantiedagen genoemd.

Meenemen van vakantiedagen
Vakantiedagen kunnen worden meegenomen naar een volgend jaar. Ook hierbij moet onderscheid worden gemaakt tussen wettelijke – en bovenwettelijke vakantiedagen. Wettelijke vakantiedagen die zijn opgebouwd in een bepaald kalenderjaar vervallen binnen zes maanden na afloop van dat kalenderjaar. Dat betekent dat de wettelijke vakantiedagen die een werknemer in 2019 heeft opgebouwd, vóór 1 juli 2020 moeten worden opgenomen. Hierop kan echter een uitzondering worden gemaakt. Zo moet een werknemer wel in staat zijn geweest of gesteld om vakantie op te nemen. Een uitzondering kan bijvoorbeeld worden gemaakt voor een zieke werknemer die niet kan re-integreren en ook niet in staat was om vakantie op te nemen. In andere gevallen dan ziekte moet een werknemer zelf bewijzen waarom de termijn van zes maanden voor hem of haar moet worden verlengd.

Bovenwettelijke vakantiedagen vervallen pas vijf jaar na afloop van het kalenderjaar waarin ze zijn opgebouwd. Bovenwettelijke vakantiedagen die in 2019 zijn opgebouwd moeten dus worden opgenomen vóór 1 januari 2025. Bovendien kan er in de cao of arbeidsovereenkomst worden afgesproken dat er andere (langere) termijnen gelden voor het bewaren van de wettelijke – en bovenwettelijke vakantiedagen. Deze termijnen mogen echter niet korter zijn dan zes maanden voor wettelijke vakantiedagen en vijf jaar voor bovenwettelijke vakantiedagen.

Uitbetalen van vakantiedagen
Wettelijke vakantiedagen mogen tijdens het dienstverband niet worden uitbetaald. Dit mag alleen aan het einde van het dienstverband. Bovenwettelijke vakantiedagen mogen wel worden uitbetaald of afgekocht. Hierover moeten dan afspraken zijn gemaakt in de arbeidsovereenkomst of cao. Aan het einde van een dienstverband heeft een werknemer recht op uitbetaling van alle niet-genoten vakantiedagen, tenzij hierover in bijvoorbeeld een vaststellingsovereenkomst afwijkende afspraken worden gemaakt. Zo kan in een vaststellingsovereenkomst worden opgenomen dat een werknemer zijn vakantiedagen moet opnemen voor de dag dat de arbeidsovereenkomst eindigt en dat aldus geen uitbetaling zal plaatsvinden van de vakantiedagen.

(Verplicht) opnemen van vakantiedagen
Vanwege de lange vervaltermijn van bovenwettelijke vakantiedagen, kan het zo zijn dat een werknemer op een gegeven moment een stuwmeer aan vakantiedagen heeft opgebouwd. Dit kan voor de werkgever een financieel risico met zich meebrengen. Helaas is dit lastig te voorkomen. Zo kan een werkgever een werknemer niet verplichten om vakantiedagen op te nemen. Op de werkgever rust ook niet de verplichting om de werknemer op vakantie te sturen. Het opnemen van vakantie is de verantwoordelijkheid van de werknemer zelf. De werkgever is wel verplicht om de werknemer daartoe in de gelegenheid te stellen.

Het is wel aan te raden om werknemers te stimuleren vakantiedagen op te nemen. Niet alleen wordt hiermee een stuwmeer aan vakantiedagen voorkomen, maar het opnemen van vakantie zorgt ook voor uitgeruste en daardoor beter presterende werknemers.

Daarnaast kun je als werkgever een aantal verplicht vrije dagen voor al het personeel aanwijzen. Dit moet schriftelijk worden overeengekomen in de cao of de arbeidsovereenkomst. Hierin kan bijvoorbeeld vooraf worden vastgesteld in welke periode, bijvoorbeeld gedurende een bedrijfssluiting tijdens de bouwvak, een werknemer vakantie moet opnemen. De werknemer kan een afwijking hiervan niet afdwingen.

Contact
Heeft u nog vragen over dit onderwerp? Voor meer informatie, neem vrijblijvend contact met ons op. Wij helpen u graag!